woensdag 19 januari 2011

De Nag Hammadi geschriften

Amplify’d from www.gnosis.nl

Nag Hammadi geschriftGeen vondst heeft in de recente geschiedenis zoveel ophef binnen de christelijke gelederen veroorzaakt als de ontdekking van vroeg-christelijke geschriften nabij de Egyptische plaats Nag Hammadi in 1945. Het duurde ruim 30 jaar voordat onafhankelijke wetenschappers voor het eerst de hand konden leggen op de geschriften die, naar nu blijkt, op veel punten een heel ander beeld schetsen over het ontstaan en de betekenis van het christendom dan wat tot dusver bekend was. Gevestigde christelijke instituten, zoals de katholieke kerk, verenigde evangelisten en protestante theologen, haasten zich om bij voorbaat te melden dat deze geschriften niet gezaghebbend zijn. Wat is er zo schokkend aan deze ontdekking? Wie waren de eerste christenen? Wat mogen we niet weten over het ontstaan van het christendom?

Verboden kennis

De Nag Hammadi-geschriften zijn een verzameling van 13 handgeschreven papyri met in totaal 52 verschillende titels, die tijdens een toevallige ontdekking in december 1945 zijn opgegraven door een Egyptische boer die op zoek was naar vruchtbare grond. Ze zijn waarschijnlijk ergens in de vierde eeuw verborgen door gnostische christenen, tijdens de periode dat bisschop Athanasius van Alexandrië in 367 met zijn paasbrief wereldwijd opriep tot de vernietiging van alle geschriften die niet tot de canon van het Nieuwe Testament werden gerekend. In deze paasbrief werd voor het eerst een dwingende lijst van geschriften gepresenteerd die door de rooms katholieke kerk als gezaghebbend werd beschouwd en dus de katholieke (=algemene) basis moest zijn van de christelijke geloofsleer. In feite kreeg hiermee het Nieuwe Testament haar definitieve vorm, al zijn er sinds die tijd vele aanpassingen gedaan en verminkingen ontstaan doordat eeuwen lang de bijbels letterlijk met een veertje op gedroogde dierenhuiden door de kerkelijke kopiisten werden overgeschreven, vertaald en ‘verbeterd’.

  1. Geschriften over Jezus Christus (23)
  1. Geschriften over Hermes Trismegistus (3)
  1. Scheppingsmythen (6)
  1. Openbaringen (7)
  1. Verlossingsteksten (10)

Het Evangelie van Maria Magdalena en het Evangelie van Thomas zijn bij het grote publiek de meest bekende en bediscussieerde geschriften omdat ze op indringende wijze een significant ander beeld schetsen over het vroege-christendom dan het beeld dat de wereld sinds de vierde eeuw namens de kerk voorgeschoteld krijgt. Met name de rol van Maria Magdalena en de christelijke visie over vrouwen in die tijd is opzienbarend omdat het huidige christendom vrouwen duidelijk op de achtergrond stelt, daar waar de vroeg-christelijke geschriften juist spreken van een absolute gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen. De bekendheid van deze evangeliën is mede te danken aan het succes van het boek en de film De DaVinci Code waarin op fantasievolle wijze enkele gnostische kenmerken worden uitgelicht.

De oudste woorden van Jezus Christus?

Het Evangelie van Thomas dankt zijn grote bekendheid aan de opsomming van 114 unieke logia, uitspraken die Jezus aan zijn toehoorders gedaan zou hebben. Stuk voor stuk uitspraken die getuigen van een opmerkelijke geestelijke helderheid en kennis over de menselijke psyche. Uitspraken die als primair doel hadden om zijn volgelingen ervan te overtuigen dat het geheim van het bestaan in henzelf is gesloten, en dat ze hier zelf de ogen voor moesten openen om het te kunnen zien. Een visie die als een rode draad door de gnostisch-christelijke teksten loopt en perfect aansluit bij de gnostische gedachte dat de mens alleen zichzelf kan verlossen uit de onwetendheid.

Opmerkelijk aan deze teksten is dat ze overtuigend de historische bron blijken te zijn van diverse uitspraken van Jezus zoals ze in het Nieuwe Testament zijn opgeschreven. Waar bij sommige teksten in de bijbel duidelijk herkenbaar is dat er slechts een deel van de volledige uitspraak uit het Evangelie van Thomas is gebruikt, blijkt op veel andere plaatsen dat er juist delen zijn bijgeschreven die overbodig lijken of de essentie van de oorspronkelijke tekst verbloemen of verdraaien. Slechts één voorbeeld van een opmerkelijk verschil tussen het Evangelie van Thomas en het Nieuwe Testament is de reactie van Jezus op de vraag van zijn leerlingen of ze belasting aan de keizer moeten betalen. In een hedendaagse bijbel lezen we:

‘Meester, we weten dat u een waarheidlievend man bent en naar waarheid onderricht geeft over de weg van God en u door niemand laat beïnvloeden, want u ziet geen mens naar de ogen. Zeg ons dan wat u hiervan vindt: Mag men belasting betalen aan de keizer of niet?’ Maar Jezus die hun kwalijke opzet doorzag, zei: ‘Waarom stelt u mij op de proef huichelaars? Laat mij eens een belastingmunt zien’. Zei gaven hem een denarie. Hij zei hun: ‘Van wie is de afbeelding en het opschrift?’ Ze zeiden hem: ‘Van de keizer’. Daarop zei hij tegen hen: ‘Geef dan aan de keizer wat van de keizer is en aan God wat van God is.’

Matteüs 22:16-22

In het Evangelie van Thomas lezen we echter de volgende tekst:

Zij toonden Jezus een goudstuk en zeiden tegen hem: ‘Caesar ’s mannen eisen belasting van ons’. Hij zei tegen hen: ‘Geef aan Caesar wat van Caesar is, geef God wat van God is en geef mij wat het mijne is.’

Evangelie van Thomas, logion 100

Dit voorbeeld is behandeld door de historicus Jacob Slavenburg in zijn boek Valsheid in Geschrifte, de verborgen agenda van bijbelschrijvers. Pagina 74 e.v. Het eerste wat opvalt is dat de tekst beduidend korter en kernachtiger is dan de bovenstaande tekst uit de bijbel, en hierdoor zonder omwegen de essentie van Jezus’ antwoord weergeeft. Een andere opvallend verschil is de zin ‘en geef mij wat het mijne is’ die ontbreekt in de bijbelse versie. De bijbelschrijvers moeten gedacht hebben dat het niet klopte, want was Jezus immers niet zelf God? Er stond dus iets dubbel in en dat moest wel fout zijn.

De verklaring is dat in het gnostische-christendom Jezus niet gelijk staat aan God, maar in het allegorisch verhaal symbool staat voor elk mens die Christus (bewust, verlicht) kan worden, waarbij ‘God’ de overtreffende trap vertegenwoordigd naar het ‘grotere’ innerlijke zelf. In het katholieke christendom is Jezus echter gepersonifieerd en ontdaan van elke allegorische betekenis, en gelijk gesteld aan de eveneens gepersonifieerde God. Jezus Christus werd hierdoor tot een historisch persoon verklaard. Dit was een weloverwogen en goed gedocumenteerde beslissing binnen de rooms katholieke kerk, bekrachtigd op hetzelfde moment dat ze het geloof in de drie-eenheid bepaalden en de canon van het Nieuwe Testament middels de befaamde paasbrief van bisschop Athanasius opstelden.

Oorsprong van de Wereld

Een ander opzienbarend geschrift is de Oorsprong van de Wereld dat een scheppingsmythe bevat die geschreven is als reactie op het joodse scheppingsverhaal dat we nu kennen als Genesis in het Oude Testament. In plaats van het scheppingsverhaal van Genesis te onderstrepen schetst dit geschrift juist een kritisch beeld waarbij men stelt dat het Genesis verhaal geen begin is maar een vervolg op een andere gebeurtenis. In het geschrift wordt namelijk vertelt dat de duisternis (de chaos periode waar Genesis mee begint) is ontstaan uit de schaduw, en dat de schaduw uiteraard zijn bestaan dankt aan de aanwezigheid van het licht. Het verteld over een schepping die niet aan de tijd is gebonden maar continue in beweging is en op elk moment plaatsvindt, en dus in feite als een emanatie over de wereld uitvloeit waardoor het geen begin of einde kent. Volgens de gnostische leer is de schepping van de schaduw een daad van een lagere schepper die onwetend is en denkt dat er geen andere God is dan hij zelf, er geen andere werkelijkheid is dan hij waarneemt. Deze ‘lagere’ schepper is de mens die onbewust zijn eigen werkelijkheid schept en de illusie van zijn schepping voor waar aanziet.

Het beschrevene in het oudtestamentische bijbelboek Genesis is een vervolgakte, niet een begin.

Bron: Nag Hammadi geschriften, inleiding Oorsprong van de Wereld door J. Slavenburg.

Het christendom herzien?

Ondanks de initiële schokgolf die de vondst van de gnostische geschriften bij Nag Hammadi binnen het christendom teweeg bracht, heeft het opvallend weinig invloed gehad op de geloofsverkondiging van de christelijke kerken en haar gelovigen. De schokgolf is voornamelijk gevoeld door bijbel-wetenschappers, historici en theologen die daarmee een nieuwe inspiratiebron aanboren om een stroom van boeken en manifesten te produceren waarin de hervonden gnosis beschreven wordt. Dat de gemiddelde gelovige geen kennis heeft van de gnostische oorsprong van het christendom is geheel op het conto te schrijven van de gevestigde christelijke instituten en kerken die blijkbaar nog steeds macht hebben over wat haar gelovigen aan kennis mogen of kunnen vergaren.

Bijbelse uitspraken van Jezus die meer vragen dan antwoorden oproepen worden door het lezen van de Nag Hammadi geschriften vaak helder, waardoor de oorspronkelijke betekenis inzichtelijk wordt. Veel christelijke lezers hebben aangegeven dat het lezen van deze geschriften hun geloof naar een hoger spiritueel niveau bracht, waarbij delen van het geloof zijn verheven door een besef en een overtuigend weten in plaats van het geloof in een dogma. Voor anderen, met name kerkgebonden christenen zijn de Nag Hammadi teksten een te grote stap gebleken omdat ze deze als een aanval ervaren op hun persoonlijk geloof en de ‘waarheid’ van de kerk. Dit verklaard waarom er enerzijds onder zelfstandige christenen een enorm enthousiasme en euforie heerst over de teksten, en anderzijds deze in de meest felle bewoordingen vanuit christelijke instituten worden bestreden.

Het herstel van de oude - zeer humane - waarden binnen het christendom moet echter niet afhangen van een initiatief van het instituut dat deze waarden in het verleden met woord en zwaard heeft bestreden. Het zijn de gelovigen zelf die de eerste stap moeten zetten in het onderzoek naar de bron van hetgeen ze geloven. Het is te hopen dat zij zich uiteindelijk los kunnen maken van de doctrine die beschrijft dat het streven naar (zelf)kennis een zondige daad is, en beginnen met de spirituele reis die de bekendste spreker uit onze Westerse geschiedenis ons voorspiegelde.

Bronnen:

De Nag Hammadi Geschriften, Jacob Slavenburg & Willem Claudemans, derde druk 2005.

Valsheid in Geschriften, Jacob Slavenburg, eerste druk 2005.

Jezus en de verloren Godin, Timothy Freke & Peter Gandy, ned.vert. eerste druk 2007.

Read more at www.gnosis.nl
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten