Charles Darwin
Er bestaan in feite vier theorieën over de oorsprong van de mens. Naast het bijbelse scheppingsverhaal en de evolutietheorie bestaan er nog twee: ,, de cultische theorie en de theorie der Panspermie ". Deze laatste theorie is een hypothese die op geen enkel feit steunt en die voor de eerste maal door de Zweedse natuur en scheikundige Arrhenius werd verdedigd, volgens welke het leven buiten de aarde zijn oorsprong heeft. Zeer kleine levende kiemen die zich in de ruimte tussen de sterren verplaatsen zouden van de ene planeet op de andere kunnen worden overgebracht. Naar de aarde gekomen zouden deze ‘zaden ‘ op het door de zon verwarmde oppervlak zijn ontkiemd en zich hebben vermenigvuldigd. Er bestaan een aantal oude volken die ook iets dergelijks vertellen waaronder de Toetsi in Ruanda. Zij vertellen dat in het begin de hemel spleet en al het zaad op aarde viel.
De Evolutietheorie.
De aanhangers van de evolutietheorie menen dat zo’n 70 miljoen jaar geleden de eerste aanzet begonnen is tot de ontwikkeling van de mens. Via een proces van vele miljoenen jaren zou de mens van een bruut beest opgeklommen zijn tot hij een beschaafd stadium bereikte. Door de ontdekking van enkele oude botten van mensachtigen zoals de Javamens, de Neanderthaler, de Piltdowner en de Heidelbergmens dacht men de laatste schakel gevonden te hebben. Maar door de abnormale vorm van hun schedels is het duidelijk dat deze overblijfselen niets te maken hebben met de moderne mens. Toch willen een groot aantal geleerden de mens van deze mensachtigen laten afstammen. Een zwak punt in de Evolutietheorie is het stug vasthouden aan pogingen om verschillende ontdekkingen die niets met elkaar te maken hebben aan elkaar te koppelen tot een samenhangende en ononderbroken keten, om deze verouderde, naïeve en dogmatische opvatting te steunen.
In zijn boek "Early Man " maakt de Antropoloog F.Clark Howell een paar verrassende opmerkingen over de Neanderthaler. Er kan volgens hem geen sprake zijn van het langzaam overgaan van de ene soort naar de andere. Het lijkt wel, aldus Howell, dat de moderne mens er zo maar ineens was en de Neanderthaler heeft verdreven, mogelijk zelfs uitgeroeid.
Neanderthaler
Net zo plotseling als de mens verscheen ook de Cro-Magnon mens, eveneens zonder bewezen voorouderlijke schakel. Overblijfselen van deze mensachtige zijn overal in Europa, in het Midden Oosten en in Rusland gevonden. Historici en archeologen zitten in hun maag met dit soort ontdekkingen. Sinds enige tijd bestaat er een groeiend aantal deskundigen die zich tegen de evolutietheorie verzetten. Steeds vaker komt men tot de conclusie dat de mensheid zeer plotseling op onze planeet moet zijn verschenen en dat onze wereld en het universum niet vanzelf ontstaan kan zijn. Ook de verschijning van de flora op aarde kan volgens Dr Heribert Nilsson, professor in de botanie, een plotselinge gebeurtenis genoemd worden. Hij vond het zeer treffend dat de te onderscheiden hoofdgroepen van de fossiele flora er feitelijk plotseling in volle omvang was.
De Duitse wetenschapper, professor Werner Gitt, de voormalige directeur van het Federale Instituut voor Natuurwetenschappen en Technologie in Brunswick, heeft er geen enkel probleem mee te geloven dat God de wereld in zes dagen heeft geschapen. “De complexiteit van de wereld is zo groot, dat men wel moet veronderstellen dat er een intelligente Schepper is. Dat kan alleen de scheppende God van de Bijbel zijn”, zo zei hij desgevraagd. Geconfronteerd met het feit dat veruit de meeste wetenschappers de evolutietheorie aanhangen voegde prof. Gitt eraan toe: waarheid kan niet gevonden worden door besluiten van een meerderheid. Waarheid is waarheid, wat de meerderheid er ook van vindt”.
Hebreeën 11:3 Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door Gods Woord tot stand is gebracht, zodat het zichtbare niet ontstaan is uit het waarneembare.
Archeologen die in het Midden Oosten graafwerk verrichten hebben kunstvoorwerpen gevonden die erop wijzen dat de Neanderthaler, de Cro Magnonmens en de moderne mens allen in dezelfde periode hebben geleefd. De evolutietheorie moet als een totaal verwerpelijke theorie worden aangemerkt omdat er teveel toevalligheden in voor komen, iets wat veel moderne wetenschappers inmiddels beamen. Planten dieren en mensen, ze zijn allemaal door een toevallige samenloop van omstandigheden ontstaan. Nimmer is tot dusver het echte bewijsmateriaal geleverd wat de mens in verband heeft kunnen brengen met dierlijke voorouders. Er zijn geen complete skeletten van prehistorische mensen gevonden die op een verband tussen aap en mens wijzen. De mens moet geheel ontwikkeld van vorm op aarde zijn verschenen.Uit onderzoek is gebleken dat men zich regelmatig vergist in het dateren van oude botten, aardlagen planten en dergelijke. Zo werd bijvoorbeeld de Coulacanth, een soort vis, die men alleen van fossielen kende gedateerd op 70-220 miljoen jaar oud omdat deze fossielen in de zgn, ‘ammonieten aardlaag’ gevonden werden, totdat deze vis in 1952 in levende lijve in de wateren rond Madagaskar gevangen werd.
Coulacanth
Een zelfde gebeurtenis speelde zich af rondom de Metasequoia, een boom die ook zo’n 220 miljoen jaar geleden bestaan heeft, en nog niet zo lang geleden herontdekt werd in een dal waar nog grote aantallen van deze bomen groeiden.De evolutie van levende wezens zoals deze wordt onderwezen, is beslist niet gebaseerd op wetenschappelijke criteria. Er wordt gesproken over miljoenen jaren om mineralen van silicaatverbindingen te vormen, terwijl slechts enkele uren al voldoende zijn.Ook de dateringen door isotopen geven talrijke chronologische metingen die “afwijkend”genoemd worden.De ouderdomsbepaling, uitgevoerd op het volledig gesteente en op verschillende bestanddelen van het gesteente (veldspaat, amfibool en pyroxeen) geeft de ouderdommen van 340.000 tot 1.700.000 jaar, terwijl de juiste ouderdom slechts 16 jaar is.
De cultische theorie.
Bij deze theorie gaat men ervan uit dat de mens is verwekt en op aarde is neergezet door "Supermensen " uit de verre ruimten van het heelal. Deze theorie treft men veelal aan bij de aanhangers van de Ufologie. Miljoenen mensen geloven in buitenaardse wezens die op gezette tijden de aarde bezoeken in hun glanzende hemelwagens om te zien hoe hun schepping er voor staat. Grote aantallen boeken zijn er verschenen waarin deze theorie wordt aangehangen. Robert Charroux schrijft in zijn boek "Onbekend verleden " dat de scheppingskamer van de mens gestaan heeft op de planeet Venus. Adam en Eva woonden in een paradijs wat zich op Venus bevond. Na de zondeval, waardoor zij hun goddelijke bescherming verloren, werden zij van Venus verjaagd en naar de aarde verbannen. Richard Mooney meent in zijn boek "Goden van licht en duisternis " dat wij mensen niets anders zijn dan afstammelingen van buitenaardse kolonisten. Hij is van mening dat dit denkbeeld het plotseling verschijnen van de moderne mens op aarde verklaart en dat hiermee tevens een antwoord is gevonden op het bestaan van alle verschillende rassen op aarde. Volgens Mooney zijn de verschillende menselijke soorten ontstaan toen het mensras zich tijdelijk huisveste op planeten die behoorden tot diverse van elkaar verschillende zonnen die onderling afwijkende stralingseigenschappen bezaten, waardoor er over een zeer lange tijd variaties in het uiterlijk van het ras ontstonden.
Vliegende Schotel?
De meeste aanhangers van de cultische theorie voeren als bewijsmateriaal voor hun stelling aan de grote aantallen overleveringen van oude volken waarin sprake is van een schepping buiten de aarde. Zo houdt de Afrikaanse Bagandastam nog steeds zijn oorspronkelijke legende in ere dat de mens vanuit de hemel op aarde is neergedaald. Legenden van de Maorie ’s in Nieuw Zeeland vertellen dat hun voorvaderen van een ster waren gekomen die "Whanui " heette, op 26 lichtjaren verwijderd van de aarde.
Schept in Genesis 2 de Here God de mens uit het stof van de aardbodem in de Koran is sprake van een schepping uit klei met een nogal merkwaardige afloop. De Koran beschrijft het begin van de mens aldus;
Geprezen zij Allah, die de hemelen en de aarde schiep en de duisternis en het licht deed heersen. Het is hij, die u uit klei geschapen heeft. De Arabieren onthullen een leerzame legende over dit voorval en vertellen daarbij hoe hun ras is ontstaan;
Op een mooie dag nam de lieve heer een klomp klei en vormde daarvan de eerste mens; Hij stopte zijn werkstuk in de oven, opdat het houdbaar zou worden. Maar het begon te regenen, het vuur in de oven doofde voortijdig, en toen de lieve heer na een poosje een blik in de oven wierp, zag hij dat zijn werk er wit en onsmakelijk uitzag. Om niets te vermorsen haalde hij zijn werkstuk eruit blies het leven in en liet de blanke mens ondanks diens gebrekkige kwaliteit gaan.
Opnieuw pakte God klei uit de bak om de tweede mens te kneden. Hij maakte opnieuw vuur onder de oven, wachtte tot die heel heet was geworden en schoof toen zijn tweede werkstuk de oven in. Hij nam nu deel aan de vrolijke dans der goden en vergat zijn baksel. Toen hij het er tenslotte uithaalde, was zijn tweede mens zwart en nogal onooglijk uitgevallen, maar ook hem blies hij levensschenkende adem in en zond hem weg omdat het werkstuk hem niet bijzonder aanstond.
Maar nu nam de lieve here zich toch voor een meesterwerk te maken, een mens, die mooier werd dan de blanke en de zwarte. Hij deed de klei, welgevormd in de oven, ging bij de weldadig milde warmte zitten en wachtte op het juiste ogenblik.oen zijn mens nu een heerlijke bruine tint had gekregen haalde hij hem uit de oven en blies ook hem zijn adem in. Omdat deze hem zo goed gelukt leek, sloot hij met deze mens een verbond van vriendschap. Zo ontstond de bruine mens, de Arabier.
Het is niet moeilijk uit deze legende te proeven dat de Arabieren zich als het bevoorrechte ras beschouwen. Deze hovaardigheid is echter geen specifiek Arabisch trekje want deze instelling wordt helaas nog maar al te vaak ook onder representanten van andere rassen aangetroffen. Evenals in het Egyptische relaas over Khnum en in de legende van de Soemerische godheden wordt ook hier gezegd dat de mens geschapen is uit aarde of klei. Het Mayaboek de "Popol Vuh" vertelt dat de schepper, de vormer en de verwekker tegen elkaar zeiden: “Laten wij hen scheppen die ons zullen onderhouden en ons aanspreken”
Zo spraken zij. Daarop geschiedden de schepping en vorming. Maar zij zagen dat het niet goed was. Het sprak wel, maar het had geen verstand en de blik was versluierd. Toen vernielden zij het werk van hun schepping. Er werden nieuwe wezens van ‘hout’ geschapen. Zij leken op de mensen zij spraken als de mensen en zij bevolkten de aarde. Maar zij hadden geen ziel en geen verstand. Zij herinnerden zich de schepper en de vormer niet. Omdat zij het hart van de hemel niet gedachten werden zij verworpen. Talrijk leefden zij op de aarde. Daarop werden zij vernietigd en zij vonden allen de dood. Een vloed wekte het hart des hemels op en stromen water vielen over de aarde.
Toen spraken Tepeu en Cucumatz.
Laten wij het werk van de schepping mooi voleinden. Verschijnen moeten zij, de stralende zonen van het licht. De mens verschijne. Uit gele en witte maïs maakten zij zijn vlees. Zij werden geschapen en gevormd. Zij spraken, zij onderhielden zich zij zagen hoorden en liepen. Zij schouwden naar binnen en tevens keken zij in de verte. Alle dingen die ver weg en verborgen waren zagen zij, zonder zich te bewegen. Groot was hun wijsheid. Zij waren in waarheid wonderbaarlijke mensen. En zij dankten daarvoor de schepper en de vormer. Spoedig kenden zij alles, alles in de hemel en op aarde. Maar de schepper en de vormer waren niet gelukkig, en spraken, moeten zij als goden zijn? Laten wij hun verlangens wat onderdrukken want wat zij zien is niet goed. Zo spraken zij en tegelijkertijd veranderden zij de aarde van hun werken en hun schepsels. En het hart van de hemel wierp een sluier over hun ogen. En die werden troebel, zij konden nog slechts zien wat dichtbij was. Zo ging de wijsheid en alle kennis van hen verloren.
Legenden over de schepping komen onder alle volken op aarde voor en in meeste gevallen zijn er zoveel overeenkomende teksten gevonden dat het lijkt alsof ze allemaal een gemeenschappelijke oorsprong hebben, net als de verhalen over de zondvloed en over de reuzen die eens de aarde bevolkten. Een van de vele overleveringen die grote overeenkomst vertoond met het Bijbelverhaal is de scheppingsmythe uit de "Brihadaranyaka Upanishad”de oudste van de Oepanisjaden (algemene benaming voor een grote verzameling heilige Hindoeteksten.
In de beginne was alleen Atman, in de gestalte van Purusha. Hij keek rond en zag slechts Atman, zichzelf. Toen zei hij: dat ben ik. En zo werd zijn naam ik. En zelfs nu antwoordt de mens die zijn naam wordt gevraagd, Ik heet..... Om Purusha te worden vernietigde hij het kwaad. Niemand wordt Purusha daarzonder. Hij vreesde, en nog steeds vreest hij die alleen is. Toen dacht hij, wat zou ik vrezen?Ik ben immers alleen?Alle vrees komt immers van een tweede? Maar eenzaam voelde hij zich. En nog steeds voelt de mens die alleen is, zich eenzaam. Hij verlangde naar een tweede.Toen was hij nog manlijk en vrouwlijk samen.Toen viel Atman uiteen in twee delen.Zo ontstonden man en vrouw.
In de Rig Veda, een ander heilig Hindoe-geschrift, staat de volgende scheppingshymne;
Er was noch Zijn, noch niet Zijn.Er was geen luchtruim en geen hemel boven. Er was geen dood en geen onsterfelijkheid. Er was geen wisseling van dag en nacht.Er was alleen het ene, daarbuiten was niets anders. Voortbrengers waren er, er waren machten.Er was een scheppingskracht.Wie is het die weet vanwaar zij zijn gekomen? Waren zij geschapen of ongeschapen?Dat weet slechts hij, die uit de hoogste hemel neerziet. Of weet hij het soms ook niet?
In de Brachmana's heette de oppergod "Pradsjapati",heer der schepselen. Deze peinsde voor de schepping.Moge ik tot een veelheid worden, moge ik wezens voortbrengen.Zo werd het heelal en de schepping door zijn wil en denkkracht voortgebracht.
Het legendarische "Boek van Dzyan" een heilige Tibetaanse tekst bevat een verhaal waarbij de schepper zich over een periode van vele miljoenen jaren uitstrekt, zo is de mening van vele onderzoekers.Net als bij de scheppingsmythe in de Popol Vuh worden ook in dit verhaal de schepsels dikwijls weer vernietigd;
(Stanza 1) De aarde sprak: Heer van het stralende aangezicht mijn huis is leeg.Zend je zonen om dit huis te bevolken. Toen sprak de heer van het stralende aangezicht:Ik zal je een vuur zenden, als je werk begonnen is.
(Stanza 2) Zij wilde geen zonen van de hemel roepen, zij wilde geen zonen van de wijsheid verlangen.Zij schiep ze uit haar eigen schoot.Zij bracht watermensen voort verschrikkelijk en kwaadaardig.
(Stanza 3) De heer van de heren kwam.Van hun lichaam scheidde hij de wateren en dit was de hemel boven, de eerste hemel.De grote "Chochans"riepen naar de heren van de maan, het hemellichaam. Brengt mensen voort, mensen van jullie natuur.Geeft hun jullie vormen van binnen.Zij zullen de buitenkant van de planeet opbouwen.Mannelijk, vrouwelijk zullen zij zijn.Uit het afval en slijm van haar eerste, tweede en derde vormde zij die. De Dhyani kwamen en zagen.De Dhyani uit de lichte vader-moeder uit de witte streken kwamen ze, uit de woningen van de onsterfelijke sterfelijken.De vlammen kwamen en zij vernietigden de vormen die twee en vier gezichten hadden.Zij bestreden de bok-mensen en de mensen met hondenkoppen en de mensen met de vissenlichamen.Toen ze vernietigd waren, bleef moeder aarde ledig. Zij verlangde gedroogd te worden.
(Stanza 4) De adem had een vorm nodig, de vaderen gaven die. De adem had een ruw lichaam nodig, de aarde vormde dat.De adem had de geest van het leven nodig, de zon blies die in zijn vorm. De adem had een spiegel van zijn lichaam nodig.Wij gaven hem die van onszelf, zeiden de Dhyani.
(Stanza 5) Toen ontwikkelde de tweede, degene die uit het ei geboren was, de derde.Gele vader en blanke moeder.Het tweede ras was het resultaat van ontluiking en uitbreiding, het ongeslachtelijke van de geslachtslozen.Toen het ras oud werd, mengden zich de oude wateren met de verse wateren.Toen hun druppels troebel werden, vergingen zij en verdwenen in de nieuwe stroom, in de warme levensstroom.
(Stanza 6) Toen ontwikkelde de tweede die uit het ei geboren was de derde.Het zweet nam toe, de druppels groeiden, en de druppels werden hard en rond.De zon verwarmde hem.De man koelde en vormde hem.De wind voedde hem tot hij rijp was. De witte zwaan van het uitspansel overschaduwde de grote druppel. Het ei van het toekomstige ras, de mensen-zwaan van het latere derde. Eerst man-vrouwelijk, dan man vrouw.
Vele scheppingsmythen vertonen de opvallende overeenkomst dat ze spreken over een schepping van de mens, ergens in de hemel.In een Slavonisch sprookje wat door de Russische geleerde Viaceslav Daitsev in zijn boek “On Earth and Sea” is opgetekend, staat het volgende;
Toen God zijn schepping voltooid had gaf hij de engelen opdracht enkele mensenparen naar de aarde te brengen, zodat zij zich konden vermenigvuldigen.De engelen verspreiden de mensenparen over de wereld en waar ze hun thuis vonden vermeerderden zij zich.Wellicht dat God als de aarde zijn eind nadert hij opnieuw de mensen naar een ander oord zal brengen waar ze zich kunnen voortplanten
Diegene die zo’n sprookje bedacht heeft moet een ingewikkelde en geheel tot ontwikkeling gekomen geest gehad hebben.De oude Indianenstammen van Noord-Amerika, menen dat de aardse mens slechts één van de vele intelligente levensvormen in het heelal is.Enigszins vergelijkbaar met het Slavonische sprookje is het heldendicht van “Chon-Oopa-Sa” van de Sioux-indianen.
In het verre verleden, miljoenen manen her werd de eerste sterveling geschapen en op deze aarde geworpen door de grote "Wo-Kon".
Chief Mezzaluna van de Piute stam antwoordde op de vraag waar de Noord-Amerikaanse indianen vandaan kwamen, het volgende;
Volgens onze oudste overleveringen werden de indianen in de hemel geschapen door "Gitchie Manitoe", de grote geest die hier een dondervogel liet landen om voor zijn kinderen een woonplaats te vinden. Hij ontdekte dit land en bracht de indianen er heen.Hen werd geleerd een wijs gebruik te maken van het land en haar natuurlijke bronnen nimmer te misbruiken.
De Pawnee-indianen in Nebraska vertellen dat de mens door de sterren geschapen is en dat hemelse leermeesters steeds weer naar de aarde zijn afgedaald om de mensen allerlei dingen te leren.
De Ojibway-indianen in Ontario beweren dat ze tot een samenleving van hemelmensen behoren. Deze hemelmensen zijn geen engelen maar mensen met een veel lichtere huidskleur dan zijzelf.
De Cherokee-indianen het Noordwesten van Georgia, kennen een scheppingsmythe die zo begint;
In den beginne woonden alle levensvormen in de hemel.De bewoners van de hemelse behuizingen wilden graag weg omdat hun hemelse woningen steeds meer overbevolkt raakten. Ze werden naar de aarde gebracht.
De Irokezen vertellen een verhaal dat de aarde eens met water bedekt was ten tijde dat ver daarboven in de hemel de bovennatuurlijke wezens woonden.
De Mongulala-indianen in Brazilië hebben hun hele geschiedenis opgetekend in een boek dat zij de "Kroniek van Akakor" noemen.Dit boek bestaat uit twee gedeelten "Het boek van de Jaguar" en het "Boek van de Adelaar".Beide boeken beschrijven de hele geschiedenis van het Mongulala volk. Het Boek van de Jaguar beschrijft het verhaal van de schepping tot aan de tweede-wereldcatastrofe, de grote watervloed.Opperhoofd "Tatunca-Nara"vertelt over de schepping het volgende;
In bet begin was alles chaos.De"mensen" die er waren leefden als dieren, zonder verstand en zonder kennis, zonder wetten en zonder de grond te bewerken, zonder zich te kleden of zelfs maar hun naaktheid te bedekken. Het geheim van de natuur was hun vreemd.Zij leefden getweeën, of gedrieën al naar gelang het toeval hen in holen en spleten had samengebracht.Zij liepen op handen en voeten tot de goden kwamen die hun het licht brachten.
De Inca's beweren van een Zoon van de Zon af te stammen die zij "Viracocha" noemen;
Viracocha, gij door niemand geëvenaard, door niemand en nergens binnen de grenzen dezer wereld.Gij hebt de mensen het leven geschonken, zijn bestaan en zijn zin. Gij hebt gezegd, de man zal zijn!Gij hebt gezegd, de vrouw zal zijn! Gij hebt hen geschapen, gij alleen. Gij hebt hun het leven geschonken. O, bescherm hen, die gij geschapen hebt. Laat hen leven, gaaf, onbedreigd en zonder pijn en in vrede bovendien.
Ook kwam er bij de Inca's een godin uit de hemel die Orejona genoemd werd vanwege haar merkwaardig lange oren.Zij baarde zeventig aardekinderen om vervolgens naar de hemel terug te keren.De Azteken vertellen dat de goden tezamen kwamen om over de schepping van de mens te beraadslagen.Aan dit godenberaad namen naast de Godin van de sterrenhemel, ook een god in een sterrengewaad deel en een god met de naam Quetzalcoatl.Alvorens de mens te scheppen, dienden ze eerst de zon te laten schijnen aangezien de aarde op dat moment nog in duisternis gehuld was.Dit was echter een hachelijke zaak omdat een van de goden zichzelf diende te offeren.Alleen met hun eigen bloed zouden ze de Zon kracht en leven kunnen schenken Aldus geschiedde;nadat ze vervolgens de mens geschapen hadden verdwenen de beide overgebleven goden in het heelal.
Wat hier uit de vroegste tijden in de mythen werd geschilderd, leidde uiteindelijk tot de afschuwelijke mensenoffers van de Azteken, die tienduizenden mensen per jaar het leven kosten.De Azteken deden de goden na, die zichzelf hadden opgeofferd;door nu zelf aan de goden te offeren.Ze begrepen de overlevering verkeerd en geloofden en vreesden dat de zon alleen voor hen zou schijnen als zij stromen mensenbloed offerden.Op de Polynesische-eilanden bestond al lang voordat de eerste blanken er landen, een rijke schat aan mondelinge overleveringen. Zo bestaat er bijvoorbeeld het verhaal over een ark wat nauwelijks verschilt van de ark van Noach.Een uitgelezen kring van priesters waakte er zorgvuldig voor dat geen woord van de oude filosofische en astronomische wijsheden veranderd werd, ondanks de overwoekering van de westerse beschaving en de christelijke missie. Dat bleek toen een Zweedse onderzoeker Bengt Daniëlson op een klein eilandje Raroia van de Tuamotu eilandengroep een oude priester ontmoette die zich Te-Jho-A-Pange noemde. Deze vertelde de volgende verbluffende overlevering.
In het begin was er alleen een lege ruimte. Er was licht noch donker, land noch zee, zon noch hemel. Alles was één grote zwijgende leegte. Onbekende tijden gingen voorbij. Toen begon de leegte zich te bewegen en veranderde in Po (aarde). Er lag over alles nog een diepe duisternis; toen begon Po rond te draaien. Er waren nieuwe, zeldzame krachten aan het werk. De kracht krijgt een andere gedaante. De nieuwe stof was als zand, het zand werd vaste bodem. De bodem steeg omhoog. (eerst was alles water, aldus de bijbel). Tenslotte openbaarde zich "papa " de aardmoeder, en breidde zich uit en werd tot één groot land. In het water waren planten, dieren en vissen en vermenigvuldigden zich. Het enige dat nog ontbrak was de mens. Toen schiep onze god Tangaloo, de mens, en zijn naam was "Tiki "de stamvader van alle mensen.
De Maorie’s uit Nieuw-Zeeland vertellen dat hun voorvaderen van een ster zijn gekomen met de naam Whanui.Ook bij vele hedendaagse Afrikaanse stammen bestaan herinneringen over de wijze waarop het menselijk leven op aarde zou zijn begonnen. Een zeer opvallend scheppingsverhaal treft men ook aan bij de Pygmeeën uit het Itoeri woud in Afrika, die vanwege hun kleine gestalte door de Grieken "duimelotten " of dwergen werden genoemd. Verscheidene antropologen hebben Pygmeeën ontmoet met grijsblauwe ogen en donkerblond haar. Toch worden ze in vele boeken beschreven als kleine negertjes en volgens negentiende eeuwse opvatting als zouden zij gedegenereerde dwergachtige negroïden zijn. Maar de Pygmeeën vormen een volkomen afzonderlijk ras, opvallend verschillend van de neger. De Pygmee heeft al duizenden jaren bestaan; men vindt hem op oude Egyptische monumenten afgebeeld. De Pygmeeën vertellen een scheppingsverhaal dat bijna geheel overeenstemt met het Bijbelse verhaal van Adam en Eva. Hun Adam en Eva verhaal is het verhaal van hun God van de schepping die zij "Imana " (ook wel Bes) noemen. Deze kwam met "Roerema ", die ook door hem geschapen was, naar de aarde om alles te verwekken, een paradijselijke tuin, een heilige boom, een edele Pygmee, die gekneed was uit het stof der aarde, en een slechte Pygmee vrouw, die hem tot zonde verleidde. De details bevatten verder het bevel van de godheid dat de eerstgeboren Pygmeeën zich zullen vermenigvuldigen en het woud bevolken met hun afstammelingen. God verbood het gebruik van een bepaalde vrucht, maar de vrouw verleidde de man echter van deze vrucht te eten. God ontdekte deze eerste zonde en legde de zondaren het verlies op van de onsterfelijkheid, verbanning uit het paradijs, de pijnen bij de geboorte en de vloek van zwaar werk. De Pygmeeën eten niet alvorens op hun manier een dankbede geuit te hebben: zij zeggen een kort gebed op en werpen een stukje vlees hemelwaarts-het traditionele huis van Imana-of leggen een in een blad gewikkeld stukje vlees in de vork van een boom.Dit gebaar is bedoeld om de godheid te doen weten dat zij hun zegeningen niet als een vanzelfsprekend iets beschouwen.
Pygmeeën
De Pygmeeën zijn geen animisten en zij bespotten de negers om hun vrees voor boze geesten.Als er duisternis bestaat, is duisternis goed, plegen zij te zeggen, want Hij die het licht maakte, schiep ook de duisternis.Zij noemen de fetisjen en magische-religieuze beeldjes van de negers bijgelovige nonsens en zouden poppetjes van Jezus en Maria op dezelfde wijze bejegenen. Volgens hen kan de goddelijke kracht van het universum niet in materiele dingen gebonden worden.De Pygmeeën spreken een taal die tot geen enkele bekende Afrikaanse taalgroep behoort.Zij hebben zelf een grote aanleg voor talen en kunnen in het verkeer met hun nabuurstammen wel vijf verschillende talen spreken.Het geloof van de Pygmeeën in een enige God als de uiteindelijke oorzaak van alle dingen en de heersende macht in de wereld, blijft onverklaarbaar. Hun mentale structuur maakt hun, midden in net hart van de Afrikaanse oerwouden, een absoluut uniek menselijk verschijnsel. Zij bezitten het oeroude menselijke vermogen tot liefde, vrede en harmonie zonder misdaad hebzucht en onderdrukking.Wanneer zij zouden worden beoordeeld op grond van de kwaliteit van hun zielen, harten en geesten dan zouden de Pygmeeën tot de alleredelsten worden uitgeroepen.
De Masai vertellen dat god, na een hemelvolk te hebben geschapen enige kinderen hiervan naar de aarde zond.
De Ja-Luo vertellen dat de oervader "Adopho" met zijn vrouw naar de aarde kwam en alle voortbrengselen van de hemelse beschaving meenam.
De Madi-Moru vertellen dat de eerste mensen in de hemel woonden en dat er een druk verkeer met de aarde bestond.
De Kuluwe vertellen dat het eerste mensenpaar met zaad, hark, bijl en blaasbalg, uit de hemel kwam.
De Ashanti vertellen dat zeven door god geschapen mensen naar de aarde waren afgedaald; nadat zij daar mensen hadden verwekt keerden zij naar hun hemelse vaderland terug.
De Masai, die leven in de regio van Kenia, bericht in haar scheppingsmythe dat er rode, blauwe, witte en zwarte oergoden uit het hemelse wolkenland om1aag kwamen. Zij vertellen dat deze goden nogal uiteenlopende opvattingen hadden want de ene verwoeste wat de ander net had opgebouwd.Deze goden werden door hen, zeer dappere krijgers genoemd. Ook waren er dieren in de hemel want de witte god, die zon, maan en sterren schiep en planten kweekte, haalde dieren uit de hemel, nadat hij eerst voor voldoende flora op aarde had gezorgd. De Masai kennen verschillende scheppings-mythen, naast die van de veelkleurige oergoden kennen zij ook nog een mythe van een krachtige blanke god die de eerste man "Maitoembe"in de hemel schiep.Nadat deze god voor het lichamelijk onderhoud van Maitoembe gezorgd had zond hij deze naar de aarde.Daar werd hij een soort Afrikaanse Noach, hij werd de stamvader van ons geslacht.Zonder aardse partner verwekte de veelzijdig begaafde Maitoembe zeven mensen uit zichzelf, want hij was tegelijk mannelijk en vrouwelijk.
Masai
Even bedrijvig gaat het eraan toe in de mythen van de Ziba, een bantoevolk in Tanzania.Zij noemen hun oeroude god "Rugaba".Zij roepen hem niet aan en brengen hem ook geen offers, omdat ze weten dat hij ver weg in de hemel resideert omgeven door geestachtige wezens.Rugaba produceerde het eerste menselijke wezen, nadat er aan het duister een eind gekomen was. De Ziba noemen deze hemel het paradijs van de volmaakte gelukzaligheid en van het eeuwige leven. De Bemba, een negerstam uit Zambia vertellen dat de god Kabezya uit het heelal naar de aarde kwam om hier orde te scheppen in de oerchaos. Hij regelde het water, schiep eerst de planten en bracht daarna dieren uit de hemel, waarbij hij ook twee mensen op aarde liet vallen die de aarde met hun nutteloze nakomelingen bevolkten.
In het zuiden van Kongo vertelt de stam van de Pende, dat er in het begin der tijden niets was. Overal heerste het donker. Op de aarde waren nog geen rivieren, hoewel het onophoudelijk regende. Pas toen de regen ophield schikte de oppergod Mawese het water in rivieren, toen schiep hij onwetende mensen, die een onvoltooid lichaam hadden. Mawese was de schepper van het universum, met alle sterren, maar hij was ook de leermeester bij het kweken van gierst, maïs en palmen, en zelfs de weerzinwekkende slangen waren het werk van zijn hand. Mawese, die genoeg kreeg van het alleen zijn, nam Muvadila tot vrouw en werd driftig verwekkend de vader van alle volken.Toen hij eindelijk vond dat de aarde voldoende gekoloniseerd was keerde hij naar de hemel terug, echter niet zonder een paar van zijn mensen mee te nemen, die hij later met "het vuur" weer naar de aarde terugstuurde. De Madi-Moru vertellen dat de eerste mensen in de hemel woonden en dat er een druk verkeer met de aarde bestond.Volgens de Nyoro heeft God net eerste mensenpaar uit de hemel naar beneden gezonden, toen Hij de aarde had ingericht.De Kuluwe vertellen dat het eerste mensenpaar met zaad, hark, bijl en blaasbalg enz, uit de hemel kwam.
De Ashanti vertellen dat zeven door God geschapen mensen naar de aarde waren afgedaald, nadat zij daar mensen hadden verwekt keerden zij naar hun hemelse vaderland terug. De Ya-Loeo, aan het Victoriameer, beweren dat hun oervader Apodho met werktuigen en vee uit de hemel afgedaald is-parallel aan de mythe van de Bassari, die zegt dat de hemelgod Oenoembotte de aardbewoners zaad om uit te zaaien gaf. De Toetsi uit Ruanda menen dat in het begin de hemel spleet en al het zaad op aarde viel. De hemelvorst Moegoeloe, stamvader van de Dsjagga, bracht een banaan een aardappel, een boom, een maïskolf en een kip mee.Omdat hij het graan voor de kip vergeten had,moest hij nog een keer naar de hemel terug, en werd nooit meer gezien:daar achterhaalde hem het lot van alle sterfelijken:hij overleed.
In de Indiase mythen is het de dansende god Sjiva die de wereld schept maar haar ook weer vernietigd, herschept en weer vernietigd enz.
Bij de oude Egyptenaren was Ptah de scheppende god.Hij schiep net als God uit de Bijbel, de wereld door gedachte en woord.Deze Ptah was een van de vele Egyptische goden in een complex systeem van lagere en hogere godheden zoals dat ook het geval was bij de Soemeriërs, de Babyloniërs, de Ariërs en de Hindoes.In vele scheppingsmythen is sprake van samenwerkende goden die alles laten ontstaan.Men kan echter ook lezen over elkaar bestrijdende goden zoals bijvoorbeeld in de leer van Zaratoestra.Hierin staan twee goden centraal "Ahoera Mazda" een goede god en de slechte god "Ahriman", die al strijdend samen de wereld scheppen.Ahoera Mazda is de schepper van het vuur en Ahriman van de rook;de een vertegenwoordigt het licht en de ander de duisternis.De mens moet zich in dienst stellen van het licht zodat die uiteindelijk kan overwinnen. Ook in een van de meest bekende scheppingsverhalen welke staat beschreven in het Gilgamesj-Epos;Onder de naam "Enuma Elisj", een Soemerische overlevering uit omstreeks 2000 v Chr, is sprake van een heftige strijd tussen een scheppende god Mardoek en de krachten van de chaos.Deze krachten worden gesymboliseerd in een monster uit de diepte dat afwisselend Tiamat, Leviathan en Yamm (zee) wordt genoemd.Het lichaam van het verslagen monster werd door Mardoek in stukken geslagen en met deze stukken schept hij het universum.
In een Chinese tekst met de naam "Hwai-Nan-Tze" staat te lezen dat de mens na de schepping leefde in een idyllisch tijdperk wat te vergelijken is met het Bijbelse paradijs.Toentertijd leefden de mensen en dieren in een paradijs en waren in een sfeer van begrip met elkaar verbonden.Natuurcatastrofes waren onbekend het klimaat was aangenaam mild, de planeten geraakten niet uit hun baan en misdaden waren volslagen onbekend.
De mens is al zeer lange tijd op zoek naar het hof van Eden, de paradijstuin waarin Adam en Eva leefden.Nauwelijks 25 regels in de Bijbel brachten honderden schrijvers ertoe de Hof te gaan zoeken.De in de Bijbel genoemde rivieren, de Eufraat en de Tigris doen vermoeden dat het gebied exact bekend is, maar dat is geenszins het geval.De Bijbel vertelt over een weelderig paradijs ergens in het oosten waar een rivier zich splitst in vier stromen, de Pison, de Tigris, de Gihon en de Eufraat.De ligging van de Tigris en de Eufraat is bekend want die bestaan nog steeds. Probleem is alleen dat deze beide rivieren niet ontspringen uit dezelfde rivier, ze hebben momenteel zelfs geheel verschillende bronnen. De Tigris ontspringt in het westen van de oostelijke Taurus en de Eufraat ontstaat uit twee riviertjes de Kara-Su en de Murad-Su in Anatolie.De rivier de Pison geeft ook al geen duidelijkheid; Deze stroomt om het gehele land Havila waar het goud is.Noch de rivier, noch het land zijn heden ten dage bekend.Bij de Gihon is dat anders want Ethiopie is bekend, maar is het huidige Ethiopie wel het land dat de Bijbel beschrijft?Het ligt namelijk ver, zeer ver verwijderd van het huidige Mesopotamie.Ook het Bijbelse Assur (Assyrie) is bekend,dat lag inderdaad voor een deel ten oosten van de Tigris;de hoofdstad Assur lag langs de rivier aan de westkant.Vanwege het feit dat deze informatie klopt mag men ervan uitgaan dat de Paradijstuin ergens in Mesopotamie gelegen moet hebben.Het kan heel goed zijn dat dit gebied in de tijd van voor de zondvloed er anders uitzag dan tegenwoordig.De zondvloed kan een aantal wijzigingen in het landschap tot gevolg hebben gehad waardoor bijvoorbeeld de rivieren een andere bron hebben gekregen.
Dat laatste kan heel goed het geval zijn, aangezien een groot aantal geleerden waaronder geologen, hebben vastgesteld dat een grote watervloed in het verleden het aanzien van de aarde hier en daar drastisch heeft veranderd.Na een uitvoerig onderzoek kwam de Amerikaanse geleerde Zarins tot de conclusie dat de Hof van Eden gelegen moet hebben op wat nu de bodem van de Perzische Golf is.Hij ontdekte grote hoeveelheden dierresten en restanten van bewoning en werktuigen in dit gebied.Geologisch onderzoek toonde aan dat twee geulen, de Wadi-Rima en de Wadi-Batin de loop van verdwenen rivieren volgden.Zarins is van mening dat op basis van dit onderzoek gesteld kan worden dat deze geulen de resten zijn van de Pison en dat de huidige rivier de Karun, eens de Gihon moet zijn geweest.Waar de hof van Eden zich ook mag hebben bevonden, hij is het symbool geworden van het aardse paradijs, het paradijs waarvan de mens hoopt en droomt dat het in de nabije toekomst opnieuw op aarde ingericht zal worden.In het Hebreeuws betekent Eden "genoegen" of "weelde" het gevoel van overvloed en tevredenheid.Een lusthof voor de mensen, vol met bomen zwaar beladen met de heerlijkste vruchten en de heerlijkste geuren.
De scheppingsverhalen zoals in dit artikel vermeld, is slechts een greep uit een verbazingwekkende hoeveelheid overleveringen die nog altijd(en dat al vele eeuwen lang)door mensen overal ter wereld wordt doorverteld. Ondanks de aanwezigheid van al deze scheppingsmythen blijven de aanhangers van de Evolutietheorie zich vastklampen aan de dwaalleer van Darwin.In een tijdsverloop van miljoenen jaren zou de ene soort zich uit een andere hebben ontwikkeld. De oerhond was plotseling de stamvader van alle hondenrassen geworden en de oermens die van de vele hominiden. De evolutieleer vertelt dat zo'n 70 miljoen jaar geleden de eerste aanzet begonnen is tot de ontwikkeling van de mens. Gedurende de eerste 35 miljoen jaar kwamen verschillende groepen apen tot ontwikkeling; uit een daarvan ontstonden de prematen, de mensapen, zoals de Orang Oetan, de Gorilla en de mensachtige. De huidige mens zou aldus van een bruut beest opgeklommen zijn tot hij een beschaafd stadium bereikte. Door de ontdekking van enkele oude menselijke beenderen zoals van de Neanderthaler, de Piltdowner en de Javamens, dachten de Darwinisten de ontbrekende schakels te hebben gevonden. Nu was het bewijs materiaal geleverd dat de mens van de apen afstamde. Maar door de abnormale vorm van hun schedels is het duidelijk dat deze overblijfselen helemaal niets te maken hebben met de mens van tegenwoordig. Zelfs verschillende archeologen geloven niet meer dat de moderne men van de Neanderthaler of iets dergelijks afstamt.Zij geloven dat in de tijd van de Neanderthaler ook de moderne mens a1 op aarde rond liep,
De genoemde overleveringen zijn slechts een greep uit een hele serie voorbeelden die door de aanhangers van de cultische theorie worden aangehaald als voorbeeld dat buitenaardse beschavingen verantwoordelijk zijn voor de schepping van de mens. Maar al deze verhalen hebben daar niets mee van doen. Het zijn niet meer dan verminkte flarden van het originele Bijbelse scheppingsverhaal wat na de Babylonische spraakverwarring de wereld is overgegaan. Genesis 11:7 vertelt dat God eerst de spraak van de mens verwarde en hen daarna over de gehele aarde verstrooide. Vanzelfsprekend namen deze ‘verbannen’ mensen ook hun geschiedenis in herinnering mee waaronder het verhaal van de schepping en de zondvloed. Door de Babylonische spraakverwarring werd de historische kern van de verhalen aangetast door latere legenden en veranderde de naam van de schepper en die van de eerste mens. De naam van de bijbelse God kreeg de naam van plaatselijke godheden zoals uit de vele voorbeelden blijkt. Het begrip God werd een soortnaam en de plaats van de schepping werd ergens in de hemel gesitueerd. Alleen al in Egypte waren meer dan veertig miniatuur staten, elk met een eigen god die ook werd vereerd als schepper en onderhouder van de wereld. Dezelfde situatie treft men ook aan in de rest van de wereld. Alle oude volken hebben hun eigen god of goden en veel van deze goden werden en worden vereerd als schepper god. Er zijn voldoende bewijzen dat alles is afgeleid van het scheppingsverhaal in Genesis.
Alle bestaande scheppingsverhalen bezitten details die overeenkomsten vertonen met het bijbelse verhaal. In sommige gevallen zijn de overeenkomsten verbluffend origineel gebleken zoals de overlevering op het kleine eiland Raroia, behorende bij de Tuamotu eilandengroep in de Polynesische archipel:
De weg van het bijbelse scheppingsverhaal is niet moeilijk te traceren. Het loopt van het oude Mesopotamië naar alle delen van de wereld. Door de vondst van duizenden kleitabletten in o.a. de ruïnes van Ninevé aan de oever van de rivier de Tigris, kregen onderzoekers plotseling het bewijsmateriaal in handen dat de verhalen uit de dageraad van de mens, opgetekend is Genesis, op waarheid berusten. In het boek "New Discoveries in Babylonia about Genesis " http://en.wikipedia.org/wiki/Wiseman_hypothesisvertelt P.J.Wiseman dat de duizenden tabletten een duidelijk beeld geven van de tijd, die uit de eerste hoofdstukken van Genesis bekend is. De teksten op deze tabletten komen exact overeen met de teksten uit Genesis. Het hele verhaal van Genesis blijkt geschreven door de aartsvaders die rechtstreeks bij de vermelde gebeurtenissen betrokken waren en wier namen duidelijk vermeld zijn, aldus Wiseman.
De tabletten brachten aan het licht dat het leven op aarde plotseling in de wereld verschenen is nog voor de zon en maan een naam hadden. Het onderzoek bracht ook aan het licht dat de mens reeds vanaf het begin met de schrijfkunst bekend is geweest. Ondergebracht in verschillende musea, wordt het aantal kleitabletten geschat op een kwart miljoen. Op basis van deze tabletten heeft men een soort literaire compositie van Genesis opgesteld te beginnen met: ,, dit is de geschiedenis van de hemel en de aarde,, toen zij geschapen werden. Onderzoekers hebben niet kunnen ontdekken wie het tablet met het scheppingsverhaal neerschreef omdat dit het enige tablet is waarop de naam van de schrijver niet voorkomt. Maar men gaat ervan uit dat het eerste tablet een weergave is van een gesprek van God met Adam. God sprak immers met Adam in de hof van Eden. Dit bericht is volgens Wiseman zo oorspronkelijk dat het nergens de sporen van een mythe of legende in zich heeft.
Vanaf het begin der geschiedenis werd het ene tablet bij de andere gevoegd. Ieder vergrootte de collectie door zijn eigen tabletten. Zo kwamen de tabletten over de schepping, het hof van Eden en over het leven van de aardvaders van voor de zondvloed, in bezit van Noach, die ze meenam aan boord van zijn ark. Via Sem zijn ze in bezit van Abraham gekomen, nadat de geschiedenis van de zondvloed, de volkenlijst uit Genesis 10, het verhaal van de torenbouw van Babel etc etc hieraan waren toegevoegd. Er is alle reden aan te nemen dat een deel van de volken die in genesis 10 genoemd worden, kopieën bezaten. Eeuwen later zijn de tabletten in bezit van Mozes gekomen. Ieder gedeelte van Genesis bevat aanwijzingen dat Mozes het boek in zijn huidige vorm samenstelde. Een bewijs daarvoor is dat men in de laatste veertien hoofdstukken van Genesis, Egyptische woorden aantreft, terwijl de eerste hoofdstukken van Genesis Babylonische woorden bevatten.
Vanuit Babel is de geschiedenis van de schepping de wereld overgegaan waar het al naar gelang de verschillende religieuze aanschouwingen is veranderd en soms ernstig misvormd. Het enige ware verhaal over de schepping staat in de Bijbel, niet beïnvloed door Babylonische, noch Egyptische, noch door Joodse voorstellingen. Het werd geschreven voordat de vroegste stammen en volken op aarde met hun verschillende religies en veelgodendom ontstonden.
De evolutietheorie is een totaal verwerpelijke theorie dit mede doordat er teveel toevalligheden in voorkomen. Planten, dieren en mensen, ze zijn allemaal door een toevallige samenloop van omstandigheden ontstaan.Nimmer is het echte bewijsmateriaal geleverd dat de mens in verband heeft kunnen brengen met aapachtige voorouders.Er zijn geen complete skeletten van prehistorische mensen gevonden die op een verband tussen aap en mens wijzen.Zo kan het leven op aarde niet begonnen zijn en zo kan het zich niet ontwikkeld hebben. Bruno Vollmert, een Duitse hoogleraar zei hier het volgende over;
Het darwinisme is een wereldbeschouwing, een ideologie en niet een bewezen wetenschappelijke theorie.
Ik beschouw, aldus Vollmert, het Darwinisme als een noodlottige vergissing, die haar ongeëvenaarde succes te danken heeft aan een antropocentrische visie, waarbij de wens de vader van de gedachte is.
Het Discovery Institute in Seattle in de Verenigde Staten, publiceerde een lijst waarop 400 vooraanstaande wetenschappers zich hebben uitgesproken tegen de evolutietheorie. Dit instituut is al jaren bezig met acties tegen de overheersende greep van de evolutietheorie in de wetenschap en het openbare leven.De afgelopen decennia is het aantal wetenschappers dat grote vraagtekens zet bij de evolutietheorie aanmerkelijk gestegen. Zelfs voormalig atheïstische wetenschappers zijn afgestapt van de evolutionistische en materialistische wereldbeschouwing van Darwin.De mens moet geheel ontwikkeld van vorm op aarde zijn verschenen.De mens, de meest complexe van alle levensvormen is wel degelijk geschapen. De mens is een schepping van God, precies zoals de Bijbel het ons vertelt.
Bronnen: Uitgeverij Het Spectrum.Spectrum Wereldatlas. Vierde druk 1978. Richard E. Mooney. Goden van Licht en Duisternis. H.Meulenhoff Baarn. Cottie Burland. North American Indian Mythologie, Paul Hamlyn, Londen. Robin Collyns.Ruimtekolonie Aarde. L7V. Loeb&van der Velden. Amsterdam. Uitgeverij Scheltens en Giltay N.V. Grote Nederlandse Larousse Encyclopedie. Clark. F. Howell. Early Man. Time-Life International Nederland N.V. P.J.Wiseman. New Discoveries in Babylonia about Genesis. Marshall, Morgan and Scott. New York. Erich von Däniken. Bewijzen over buitenaardse oorsprong van het leven op aarde. Van Holkema&Warendorf Bussum. Peter Krassa. Met vurige wagens. H.Meulenhoff. Baarn. F.Schmidtke. Der Aufbau der Babylonischen Chronologie. Münster. Uitgeverij het Spectrum. Grote Spectrum Encyclopedie. Druk 1980. Persbureau Het KNP, aflevring 818, 27 december 2005.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten